Archive for maart 2006

Superman op bezoek

Een paar dagen na het feest gaat de bel.
‘Wat? Alweer?’ zegt Flynn.
‘Ja, gaat de bel alweer?’
‘Zijn het er vijf? Gisteren op het feest waren er vijf mensen, he?’
‘Nou, ik denk dat het er veertig waren.’
‘Veertig? Daar snap ik niks van. Ik denk dat het er vijf waren. Gisteren waren vijf mensen op het feest gekomen. Ik heb gelijk, he? Mamma, ik heb supergelijk he.’
‘Ja, Flynn jij hebt supergelijk.’
‘Ja, en dan komt superman op bezoek.’

We doen net alsof het echt is

Flynn eet de tomaat met zuurkool die hij bij het avondeten niet at omdat Martijn hem zijn salade zat te voeren, op mijn kamer, op de grond op een placemat. Als hij een stukje vindt dat hij vies vindt, smeert hij het op het tapijt. Ik word boos en zeg wat ik ervan vind.

Dan is het even stil. Even later kijk ik hem recht in de ogen aan.

Hij trekt een pruillip.
Ik trek een pruillip.
Flynn moet lachen. Ik lach ook.
Dan geeft hij me een duwtje.
Ik geef hem een duwtje.
Ik krijg weer een duwtje.
Flynn krijgt weer een duwtje.
Even later zitten we allebei te schateren.

Ga maar eten, zeg ik daarna neutraal, anders moet je al naar bed voor je het op hebt.

‘Als ik het nog 1 keer op de grond smeer, ga jij de politie bellen he.’
Ja.’
‘Maar ik ga het niet meer op de grond smeren.’
‘O, dan ga ik de politie niet bellen.’
‘Maar je kan de politie ook niet bellen, want die is niet thuis.’
‘Hoe weet je dat?’
‘Dat heb ik verzonnen.’
‘We doen net alsof het echt is.’

Flynn ligt intussen lekker op zijn buik op de grond te eten, alsof er niets is gebeurd.

Hoe groot is een dinosaurus?

Flynn is wakker geworden en komt mijn kamer in. Hij zegt:
‘Mamma, ik heb van jou gedroomd, dat jij op mijn school
kwam. En van de dinosaurus, dat ik op zijn rug zat.’
‘Goh, was dat leuk?’
‘Ja.’
‘Hoe groot was die dinosaurus? Zo groot als een paard?’
‘Nee.’
‘Zo groot als een olifant?’
‘Nee. Zo groot als een dinosaurus.’

Mijn pappa

Frans en Theo maken samen het eten klaar. Flynn zit aan de andere kant van het luik tussen de keuken en de kamer toe te kijken. Als hij dan ziet dat Frans frietjes aan het snijden is van de ananas en die in Flynns schaaltje doet, roept Flynn ineens:

‘Hé Frans! Ben jij soms mijn pappa?!’