Archive for maart 2011

Drakenei

Ik heb van fimoklei een draak gemaakt die uit zijn ei kruipt:

Worrelnootjes werken kalmerend tegen anaconda’s deel 2

Het was alweer augustus en de jongens Sikko en Ivor gingen op vakantie.
Ze dachten dat ze in een ander vliegveld waren dan de vorige keer, maar dat was niet zo. Dus bereid je voor op een spannend avontuur.

“Zucht, daar zijn we dan,” zei Ivor. “Zullen we maar in dat vliegtuig stappen?”
“Oke, Ivor. Dat is raar. Ken ik die steward niet ergens van?”
“He, jongens, zijn jullie het?” zei de steward.
“Ben jij het,” zeiden Sikko en Ivor. “Wat doe je hier?”
De steward zei: “Ik kom hier wonen.”
“Dat is belachelijk.”
“Hoezo?” zei de steward.
“Hoezo? Je kan toch niet wonen in een vliegtuig?”
“Jawel,” zei de steward. De gemeente kwam met het geweldige idee om van het vliegtuig een hotel te maken.”
“O, nou o… waar gaan we eigenlijk heen?”
“Nergens,” zei de steward.
“Hoezo?”
“Nou, omdat dit jullie hotel is.”
“Hee, Sikko, volgens mij hadden we toch voor het vliegtuig hiernaast moeten kiezen,” zei Ivor. De steward zei: “Geen zorgen, je kunt hier inchecken en jullie hebben vast wel genoeg geld om een kamer te betalen.”
“Nou, goed dan, maar is een vliegtuig niet te klein om een hotel te zijn?”
“Nee hoor, dit vliegtuig is zo groot als een flatgebouw,” zei de steward.
“Oke, dan,” zei Ivor. “Kom, laten we slapen. Het wordt al laat.”

WAT LATER

“Haaaaaaaaa, het is vroeg in de morgen,” zei Sikko.
De piloot was aan het sturen. Tot er opeens een val verscheen. De piloot was bang en slikte een keer. Daarna nog een keer. Het bleek een hypnosehorloge aan een draadje te zijn. En het horloge zat hem af te leiden van zijn werk. Dus crashten ze. Ivor hoorde getril. Hij ging kijken bij het raam en zag een
alligator. Hij schrok zich rot en riep: “Er is een alligator in het vliegtuig!”

Sikko en de steward gingen kijken. De alligator brak de ruiten. Sikko, Ivor en de steward renden naar hun kamers. De alligator sprong op de piloot en verslond hem met huid en haar. “Attentie, attentie, we gaan crashen. Maak uw bed-riem aan u vast.
Kkkkkkkkkkkkrrrrrrrssssssssssssgggggggggkkkkkssssssssssrrrrrrrrrrrrrrr

VERVOLG CORRECTIE GECRASHT PERFECTIE BOEM

De rook waaide naar het vliegtuig. Iederen moest kuchen en hoesten.
“Kuch-kuch, hoest-hoest,” kuchten Sikko, Ivor en de steward.
“Deze crash doet me denken aan hoe het eerst ging,” zei Ivor.
“Attentie, attentie, ik heb het vliegveld gesproken en ze halen ons morgen op.”
“Hoor je dat Ivor, net zoals eerst.”
“Nou, wat een geluk,” zei de steward.
Ivor hoorde gesis. Ssssssssss. Opeens werd de steward gewurgd door een poa.
Opeens hoorde de poa een geluid.
“Af, af, stoute slang, af,” zei het baasje van de slang.
“Ik krijg weer lucht, ik krijg weer lucht,” zei de steward.
“Hoorde ik dat goed,” zei Ivor. “Bent u het baasje van de poa?”

“Ja,” zei het baasje. “Ik vond hem in een struik. Hij stond op het punt om te sterven. Ik had hem gered.
En ik werd al snel aan hem gehecht geraakt. Ik verzorgde hem en gaf hem vooral voer, omdat hij dat nodig had. En hij werd al snel mijn huisdier. Hij heet Burny.”
“Wauw, is hij de enige slang hier?” vroeg Sikko.
“Nee hoor,” zei het baasje. “Er zijn hier wel een miljoen. Want dit was eerst een jungle. Maar nu is het een dorp. Een slangendorp…

WAT LATER

“Kom, laten we slapen. Het wordt al laat.”
“Denk je dat ze ons op komen halen,” zei Ivor angstig.
“Natuurlijk wel,” zei de steward met een zekere stem. “Dat weet ik zeker. Gaaaaaaaaaaaap….”

THE END

Het vermiste huisdier van een god

Egypte was een vrolijke stad waar katten van godenafkomst zijn, maar niet alleen maar gewone katten, ook leeuwen en tijgers en jaguars en luipaarden. Heel veel katten zijn in Egypte als huisdieren gehouden voor goden.

De god van de zon kwam in een winkel in Egypte. De eigenaar geloofde zijn slappe ogen niet. Voor hem stond met een goddelijke blik de god van de zon. De eigenaar bibberde. “Wwelke wilt u?”
“De leeuw graag,” zei de god.
De eigenaar stotterde: “Ddat iss gggoed.”
“Wacht,” zei de eigenaar toen, voor de god naar de zon vloog. De eigenaar stotterde: “Zzou ik misschien u handtekening mogen?”
“Oke,” zei de god die met een verbaasde blik naar de eigenaar staarde. De god tekende en schreef: voor… “Hoe heet je?” vroeg de god.
“Jarl, meneer Jarl.”
Voor meneer Jarl, schreef de god, die naar huis vloog met zijn leeuw en de eigenaar rende naar buiten om zijn vrienden te vertellen over de handtekening tot er opeens een megabeeld voor zijn neus reed. De mannen die het beeld duwden riepen: “Aan de kant, aan de kant!”
“he!” riep de eigenaar. Ik heb een handtekening van de god van de zon gekregen dus laat me erdoor.”
“Ja, hoor,” zei de man, “en deze helm heb ik van een kameel met een gierenkop gekregen.”
“Wat?” zei de eigenaar, “geloof jij me niet?”
“Dat klopt,” zei de man.
De eigenaar zei: “Kijk dan.”
De man zei: “Ik zie alleen maar: voor Jarl staan, dus je hebt technisch gezien geen bewijs.”
“Ik kom heus wel met bewijs aan,” zei de eigenaar.
De man zei: “Ik heb geen interesse. Ik heb alleen interesse in dit mooie beeld van Zijne Hoogheid Flaapie.”
“Dat is een kat,” zei de eigenaar.
De man zei: “Maar deze kaaahat is trouwens koninklijk,” zei de man.
“Hoe kan een kat nou koninklijk zijn?” zei de eigenaar.
“Nou, misschien omdat ze het huisdier is van een god, dus jij blijft daar staan terwijl wij dit beeld van Flaapie, het koninklijke beestje naar koningin Flaapie zelf brengen.”
“Mma, mmaa,” stotterde de eigenaar. “Maar dat kan toch niet?”
“Dat kan,” zei de man en de man reed door.

Wat later in de nacht zei de eigenaar stiekem,  “ik ga die kat Flaapie ontvoeren. Of nee, ik heb een beter idee. Ik pak de stenen platen en timmer dat de dierenwinkeleigenaren tot koning worden gekroond. En dat onze onderdanen alles moeten geloven wat wij zeggen.”

De eigenaar sloop voorzichtig naar het paleis en timmerde wat hij wou timmeren.

Vroeg in de morgen.

“He, Aliaan.”
“Maar een winkeleigenaartje eiste iets,” zei de man van gisteren.
“Welke god was hij? Welk Hercules heeft hij voltooid?”
“Precies, hij is geen god. Hij heeft geen enkel Hercules voltooid.”
Aliaan pakte de stenen plaat. “Had hij de letters op het contract dan niet gelezen? Kijk, alle katten zijn koninklijke katten.”
“Dat staat er niet.”
“Dat staat er wel. Lees eens goed, Aliaan.”
“Oke.Huh, maar dit is onze plaat niet.”
“Ik had het kunnen weten. Dat onderdeurtje heeft zitten kloten met onze contracten,” zei de man van gisteren.”
“Nou als hij denkt dat hij zo slim is dan heeft hij het mis,” zei Aliaan. “Want ik verander het gewoon.” Ping, ping, ping, hamerde hij.
“Hulp nodig,” zei de man van gisteren.
“Nee, ik kan het zelf wel. Lees maar.”
Flaggen tijn honinklijk emdaart cet fe yuisviuren gan toden rijn.
“Het is nogal onleesbaar.”
“Ik verbeter het wel.” Ping, ping, ping: katten zijn koninklijk omdat…
“Ah, perfect.”

Wat later

De krant kwam aan bij de kapperzaak. De krant kwam aan bij een dansschool. De krant kwam zelfs aan bij een vier sterrenrestaurant. Ja hoor en ook bij Jarls dierenwinkel.
“Wwat is dit? Een krant,’zei de eigenaar. Hij las de krant:

De eigenaar van een dierenwinkel probeerde een mislukte poging om de baas van de stad te worden, enzovoort, enzovoort.

En de eigenaar stampte de krant zo hard als hij kon op de grond. “Daha-at slraat neeeergens op! Ah, moet dan mijn volgende plan plannen. ik moet koningin Flaapie ontvoeren.”

De eigenaar sloop voorzichtig naar het paleis. Tot opeens. “Halt, je komt er niet in.”
“He, je veter zit los.”
“Waar?
“Daar is koningin Flaapie. Ze wil jullie handtekening.”
“Waar? We zijn er in geluisd .”
“Zo koningin Flaapie. Jij gaat met mij mee.”
Wat later.
“Zo, nou koningin Flaapie is ontvoerd. Zou er wel wat leuks op tv zijn?” Zap. “Hier zijn we dan weer met Egypte. N-O-S journaal. Ik heb slecht nieuws en slecht nieuws. Het slechte nieuws. Er is een modderoverstroming recht op Amerika af gegaan. En dan nu het slechte nieuws. Koningin Flaapie is ontvoerd.”

Toen kwam Ra aangevlogen. Ra sprak: “Ik, ja, ik weet wie koningin Flaapie heeft ontvoerd. Zijn naam is ene heer Jarl. Dit is zijn foto. Stuur premiejagers op hem af en en grijp hem!”
Toen vloog Ra weg.
“Wacht!” riep de man van het nieuws. “Zou u nog even gedag willen zeggen tegen de kijkers?”
“Oke,” zei Ra. “Dag iedereen, doei, beste kijkers.”
“Genoeg,” zei de eigenaar. “Weet je wat ze over televisie zeggen? Het tast je brein aan. He, wat doet u hier, we zijn gesloten.”
“Ik kom hier niet voor een tijger. Bent u Jarl.”
“Ja, hoezo?”
“Waar is koningin Flaapie, ik weet dat je haar hebt…”

Even later.
“Hij wil zijn excuses aanbieden voor wat hij koningin Flaapie heeft aangedaan,” zegt de premiejager tegen de bewaker.
“O, nou in dat geval, ga je gang.”
Wat er tijdens de show gebeurde….
“Ik wil mijn excuses aanbieden voor wat ik koningin Flaapie heb aangedaan.”
“O, doe het snel,” zegt de nieuwslezer. “Ik wou net met de modderoverstroming beginnen.”
“Eh, het spijt me. Sorry dat ik koningin Flaapie heb ontvoerd.”
“Was jij dat? O, waarom ben jij nog niet dood?”
“Zie je, dat kan ik niet zeggen. Maar ik wou zeggen dat ik een handtekening van Ra gekregen.”
“Ja hoor, en ik ben een ratelslang met een leeuwenkop.”
“Het is echt waar,” zei plotseling de stem van Ra zelf.
“He, daar hebben we Ra weer,” zei de nieuwslezer.
“He, Ra, geloof jij hem?”
“Natuurlijk, ik heb het zelf meegemaakt,’ zei Ra.
“Als Ra het zegt, dan moeten we hem wel geloven.”
“Mag ik die handtekening?” vroeg de man van het nieuws aan de eigenaar.
“Nee, zei de eigenaar. “Ik heb hem zelf gekregen.”
“Alsjeblieft,’ zei de man van het nieuws. “ik heb er alles voor over.”
“Echt alles? vroeg de eigenaar.
“Natuurlijk,” zei de man van het nieuws.
Toen vertelde de eigenaar wat hij wilde: respect. En hij kreeg het. Toen was alles weer goed.

The End

Witte haaien

Op een dag ging een man varen. Op het begin leek alles goed, maar toen zag de man spetteren in de zee.
“Krijg nou wat?” zei de man. Dat is een haai. De haai zwom recht op de boot af.

De haai beukte de boot weg. De man viel met een grote plons in de zee. Hij probeerde weg te zwemmen en toen werd het vloed. Na een grote tsunami was de man aangespoeld op een stenen vlakte met zeehonden.
Hij wou weg zwemmen, maar pas toen zag hij hoe ver het was om naar Nederland te zwemmen.

Na 90 nachten werd de man er gek van. Hij had geen andere keus. Hij moest naar Nederland zwemmen.

Na 87 dagen werden de armen van hem lui, uitgeput en futloos. Uiteindelijk verzoop hij in de zee. Hij zonk als een baksteen naar beneden. Uiteindelijk lag hij op de bodem van de zee.

Maar gelukkig voor hem leefde hij nog. Hij had nog genoeg kracht
om zijn onderwaterademmachine te pakken. En hij zette hem op. Toen kon hij onder water ademen. Hij pakte zijn zaklamp. Toen kon hij niet alleen onder water ademen maar ook zien. Maar het zag er slecht uit voor hem. Het bleek dat hij in een nest van schorpioenen was gezonken. Hij wist niet wat hij moest doen maar op dat moment had hij een idee. Hij klom op de rotsen. Toen hij er was, zwom er een sidderaal op hem af. Hij kreeg een schok.

Omdat dit te gewelddadig is moeten wij u de documentaire over de lynx laten zien.

DOCUMENTAIRE OVER DE LYNX

Deze lynx eet een chocoladereep. We gaan nu verder met het verhaal.

VERVOLG

De man had de schok overleefd en had genoeg energie om naar boven te zwemmen. Na een tijdje was de man boven water. Hij pakte zijn telefoon en belde het Jel Team. Opeens had hij geen bereik meer. Opeens werd hij gegrepen door een windows adelaar (een gewone adelaar). Hij bracht hem naar het Jel Team die hem dan weer bracht naar Nederland. En toen hij in Nederland was aangekomen was alles weer goed.

The end

Oervogelinformatie


De oervogel is een grote prehistorische vogel uit de eerste eeuw. Twee geniale wetenschappers hadden het eerste skelet van de oervogel gevonden. Ze vonden hem niet met een graafmachine maar met een schep. Daarom noemden ze hem de archeopterix. Na het einde van de speech over de archeopterix stelde de man een vraag. Hij vroeg, “Waarom heb je het skelet de archeopterix genoemd?”
“Nou,” zei de wetenschapper. “We hebben hem met de schep opgegraven.”
“Kun je hem dan niet beter de scheposaurus noemen?”
Toen liepen de wetenschappers weg. En dat werd dus de vraag waar wetenschapers al 38 jaar het antwoord op proberen te vinden. Maar ze hebben nog steeds geen antwoord.

Voer
Er zijn weinig oervogels die planten eten. Liever eten ze vlees. Vele keren probeerden wolven de lunch te stelen. Jammer genoeg voor de wolven joeg de oervogel de wolven weg.

Sommige oervogels eten vis maar de zeewezens zijn wel 17 meter. Dus daardoor eten alleen de mega visetende oervogels ze. De anderen eten gewoon landdieren.

T-Rexen en andere dinosaurussen
Als een oervogel een t-rex ziet, rent rent hij vaak bang weg. Maar dat gold bijna nooit voor de mega oervogel. Als die honger had of werd aangevallen vocht hij meestal terug. Soms won hij en soms won hij niet.

Mytische vogels
Er zijn ook verzonnen vogels genaamd de griffioen. Ze zeggen dat hij een mix is met een leeuw en een adelaar. Ze komen vaak voor in sprookjesvoorleesboeken en de film Spiderwick. Sommige mensen die denken dat ze een griffioen zien, zien vaak een adelaar die op de vlucht slaat voor een hongerige leeuw.

Help de slang


Het is een leuk en smal pootloos dier. Ze glijden met hun gladde lichaam over de grond. Je komt ze vaak tegen in Azië en je kunt ze als huisdier kopen, maar koop nooit de gele slang. Die is heel groot maar de witte rood gestreepte slang is klein en niet giftig. Hij wurgt je niet omdat hij daarvoor te klein is. Koop hem nu maar niet als je een kat hebt.

Bedreigingen voor slangen
Slangen zijn gelukkig en leven in rust. Soms leven ze niet in rust of zijn gelukkig als ze een egel zien. Maar slangen worden zwaar bedreigd door egels of andere bedreigingen. Zoek dingen waardoor je ze helpt en zorg dat ze niet uitsterven.

Ei-ein-eind-einde

Het gierenkoninkrijk

Hoi. Ik ben Frederik. En ik word gevangen gehouden door koning Schier. En ik ga jullie een verhaal vertellen van hoe ik hier terecht ben gekomen. Oke. Dan begint nu de flashback.

Ik was rustig aan het vliegen met mijn gier tot er opeens duizenden babypijlen op ons af kwamen. Ik mankeerde niks maar jammer genoeg was giertje wel geraakt. We crashten recht naar beneden. We konden van af nu niet meer vliegen maar het werd nog erger, want we waren net in een oorlog geland. Er waren 4 teams: als eerste het zwarte team, daarna kwam het blauwe team en de derde was een bruin team en als laatste een grijs team. Ze gooiden snavelbommen, ze gooiden exploderende gieren en noem zo maar op. Opeens hoorden we het geluid van een zware stem.

Het was een van de gieren. Maar de gieren waren niet gewone gieren, ze waren wel 10 meter groot. Hij dacht dat wij bij hun team hoorden maar hij vond ons wel heel erg klein. Maar het maakte voor hem niks uit. Hij voegden ons al snel bij het team. We konden niet stiekem weg vliegen.
Want de vleugel van giertje was gescheurd dus besloten we de sluiproute te nemen. Ze liepen en ze liepen en ze liepen. Opeens stootte Frederik zijn teen tegen een houten ding. En hij had hele erge pijn. Hij vroeg zich af wat het was.
“Volgens mij is dat ding niet zo klein als het lijkt.” zei Frederik en hij groef het samen met zijn gier uit. Na een tijdje was het hele ding uitgegraven. Het bleek een schip te zijn. Ze klommen op het schip. Toen ze op het schip waren, zagen ze een klep. Ze openden de klep. Daar zagen ze een heel diep gat. Frederik en zijn gier sprongen erin.

Dit was mijn verhaal over hoe ik hier kwam.
“Geweldig,” zei koning Schier. “Ik spreek je vrij.”
“Dank u zeer, grote oppermachtige koning Schier,” zei Frederik.
“Graag gedaan,” zei koning Schier. “Ga nu maar.”

The End

Haaitje en Giertje in Crul City

Er waren ooit een Haaitje en een Giertje die in een stad genaamd Crul City woonden. Maar ze werden bespioneerd.
Opeens hoorde Giertje een geluid. “Hee, ik hoor gegrom,” zei Giertje.
“Ach, je zit te hallucineren,” zei Haaitje.
GRAUW!!!
“Aaaaaaaaaaaaaaaaaaaah! Een terminator! Oh, en dit programa wordt mede mogelijk gemaakt door Windows Update.”
“Als we vrij komen, dan stampen we op je gezicht,” zei Giertje.
“Klep dicht, kreukelsnavel,” zei een van de bewakers.
“Wie ben jij, drol?”
“Ik ben de generaal van deze gevangenis. Kijk, dit zijn mijn gevangenen. De trol en de tovenaar.”
“En?” zei Haaitje.
“Meer heb ik niet,” zei de generaal.
Jirp jirp jirp jirp jirp jirp.
“Hee, tovenaar. Snij de tralies door met je tovenaarij maar doe het stil.”
“Oké. Oké. Tovertje, doe je werk,” zei de tovenaar wat spannende seconden later. Ik bevrijd je, trol. Tovertje, doe je werk, tovertje,” zei de tovenaar.
De trol kwam vrij. De trol bromde tegen de generaal.
De generaal riep, “Terminator, pak ze.
“Pok he? Voorzichtig met hem. Hij is nog maar 6 jaar.”
“Nou,” zei de trol, “hij ziet er uit als of hij 47 jaar is.”
“Hee, trol. Heb je het leuk? Dan kan je ons nu bevrijden,” zei Giertje.
“O, ja,” zei de trol. “Of nee, doe jij het maar, tovenaar,” zei Giertje. “Wij zijn vrij,” zei Giertje.
Wat later kwamen Giertje en Haaitje bij het eerste van de twee delen van het landgoed. Het was het stuk van de vulkaan. En Haaitje en Giertje liepen in de vulkaan en zagen twee auto’s. Haaitje en Giertje stapten in de auto, maar Haaitje had geen rijbewijs en Giertje ook niet. In het begin ging het allemaal goed maar opeens crashte Giertje van de baan. Gelukkig wist Giertje zich vast te houden aan de baan. Het was de onderste baan. Hij klom omhoog maar toen hij klaar was met klimmen kwam er opeens een mega magma aardebrokman uit de lava.
De magmaman zei, “Waaaaaaaaaat dooooooeeeeeen juuuuulie in mijn huiuiuiuiuiuiuiuiuiuiuis?”
Opeens ging de hele vulkaan open.
Giertje sprak, “Mijn naam is… Giertje, en dit is Haaitje. Wij proberen n… naar het v… st… van het landgoed,” zei Giertje.
“O, dat is daar. Je vindt het als je linksaf gaat, en nu meteen wegezen.”
Ze liepen de vulkaan uit. Na een tijdje waren ze er. Ze traden binnen in het huis van de bijna eeuwig mediterende Jing en Jang Reus.
De Jing en Jang Reus sprak, “Wat doen jullie hier? En wat willen jullie?”
Giertje zei, “Wij komen hier omdat het onze plicht is, en we moeten de diamant der herstelheid vinden.”
“O, die kun je niet in deze wereld vinden. Je kan hem alleen in de geestenwereld vinden.”
“Kunt u ons naar de geestenwereld brengen?” zei Giertje.
“Nee,” zei de Jing en Jang Reus. “Maar ik kan jullie wel vertellen hoe je daar komt.”
“Oké,” zei Giertje. Hoe komen we daar dan?”
“Het enige wat je hoeft te doen is mediteren, 9 uur lang.”
9 Uur later.
“Hee, het is niet gelukt. We zijn er nog,” zei Giertje.
“Nee,” zei de Jing en Jang Reus. “Als jullie in de echte wereld waren, kon dit niet gebeuren.”
Opeens ging het hele dak open, en toen zei de Jing en Jang Reus, “Ga eens tegen de muur staan.”
“Oké,” zei Giertje.
De halve vloer ging open en de diamant vloog in het gat naar Giertje en Haaitje en de wereld was hersteld.

The end

Naschrift

Haaitje en Giertje


Op het hele internet bleek welgeteld 1 plaatje te vinden waar een gier en een haai samen op staan. Het plaatje is afkomstig van Blah, Blah, Blog