Archive for Verhalen

Worrelnootjes werken kalmerend tegen anaconda’s III

Treinstation

Het was een mooie dag. Ivor en Sikko zaten in het park. Het was vrijdag. Toen zagen Ivor en Sikko de stewart.
Sikko zei tegen de stewart, ‘He, stewart wat doe jij hier?’
‘Ik wou vragen of jullie me konden helpen bij een zeer belangrijke missie.’
‘Dus we gaan dus op spionage.’
‘Ja.’
‘Wat is de beloning?’ zei Sikko een beetje gierig.
‘Spionage is op zich zelf al een beloning,’ zei Ivor.
‘Maar wat is de misssie?’ zei Sikko niewsgierig.
‘Dat vertel ik wel in de Hephen,’ zei de stewart.
‘Wat is de Hephen,’ zeiden Sikko & en Ivor.
‘De Hephen is een trein.’
Ze gingen via de jeep naar het treinstation. Net voor ze in wouden stappen zei de conducteur, ‘Halt jullie komen er niet in zonder een backstagepas.’
‘We hebben geen backstagepas nodig. Wij…’
‘Ho eens even. Iedereen heeft een backstagepas nodig.’
‘Sorry hoor meneer. Maar wij proberen een dier te redden.’
‘Ja hoor. Dat zeggen ze allemaal.’
‘Dat zeggen ze allemaal? U kunt hier niet staan en zeggen dat zeggen ze allemaal.’
‘He, de lokomotief start de trein.’
‘Nou hebben we de Hephen gemist.’
‘Wacht eens even. Er komt over een uur, twee minuten en 49 seconden een niewe trein aan.’
‘Maar het stond al vast dat we de Hephen zouden nemen,’ zei Sikko.
‘Wanhopige tijden vragen om maatregelingen,’ zei stewart.

Read More→

De monsters uit de Bermudadriehoek

Dit zijn de monsters uit de Bermudadriehoek. (Als u Bermudadriehoek ziet staan, roep dan woehoe.) Ze wonen in een schip in een deel van de Bermudadriehoek, genaamd de Rode Riviera, omdat de zee daar rood is. Niemand heeft het ooit tot de Rode Riviera gehaald.

Nou … één man genaamd gekke Joop heeft het gehaald. Hij besloot te zemmen naar de Rode Riviera in de Bermudadriehoek (wel woehoe roepen, he).

Maar op een kwart van de heenweg kon hij niet zwemmen. Hij viel flauw. Nou, hij viel niet. Hij … je weet wel.

Dat kwam door oververmoeidheid. Maar gelukkig werd hij meegenomen door een vloedgolf. Hij haalde het zelfs tot het schip. Alleen waren de monsters daar niet echt blij mee, dat hij aan boord kwam van het schip.

Om te overleven at hij de rotzooi die overal op het dek lag. Maar dat deed hij stiekem want dat mocht hij niet eens van de monsters. Het liefst zouden de monsters hem laten wegrotten. De op-een-na-laatste keer dat de monsters hem zagen, schopten ze hem het water in.

En de laatste keer was hij een mutante freak. Wil je weten hoe dat kwam? Toen de monsters hem het water in schopten, werd hij op mystieke geheimzinnige wijze een mutante freak. Door de mutante bijwerkingen zwom hij supersnel naar het schip om wraak te nemen. Turnus de baas had hem nog net in elkaar kunnen slaan. Maar in een gevecht had Gonstro de baas vermoord. En hij gooide zijn lichaam in het water.

Weet je waarom Gonstro de baas had vermoord? Nee? Dan zal ik je dat vertellen.

Turnus de baas maakte een belediging over Gonstro’s haar. Daar werd hij woest van. Zo ontstond er een gevecht. En Turnus stond aan de winnende kant totdat Gonstro zijn zwaard in de maag van de baas stook.

Zoals ik al verteld had, had Gonstro het lichaam van Turnus in het water gegooid. Gellis protesteerde. Maar na een klein gevecht was Gellis van gedachten veranderd.

Je vraagt je vast af hoe hij weer terug kwam, en nee, hij kwam niet terug als zombie. Zoals we zagen, had de Rode Riviera een bijzondere gave. Met die gave werd Turnus de baas weer tot leven gewekt. Maar we weten nog steeds niet hoeveel kracht de Rode Riviera had en waarom hij mensen weer tot leven wekte.

Er zijn veel mensen verdwenen in de Bermudadriehoek (wel weer woehoe roepen, hoor). Bijvoorbeeld vliegtuig SA 385 piloot Sim wou een documentaire maken over de Bermudadriehoek. En dan heb je nog kapitein Geenbaard met het schip de Excellever 694.

694 Was een beroemde code die James Bond gebruikte op een missie om de muskusos te redden. En ook nog veel schepen of vliegtuigen die verdwenen zijn in de Bermudadriehoek.

Candted of bird

De grote havik vloog door de lucht en nam iemand mee. Hij at hem op en ging slapen. Hij hoorde een stem.
‘Kra! Vlieg naar ons toe.’
‘Huh? Wat gebeurt hier? Wie ben jij?’
‘Daar kom je wel achter. Kom maar naar ons toe.’
‘Waar zijn jullie dan?’
‘O, daar had ik niet aan gedacht. Ranstar, de arend zal je ophalen.’

WAT LATER

‘Krrraaaaaaaa krrraaaa…’
‘Zucht. He, ik hoor een geluid.’
‘Iergng.’
‘He, dat is Ranstar.’
Ranstar landde op het nest.
‘He, jij bent Ranstar.’
‘Juist, en ik leid jou naar Gahoe.’
‘Wie is Gahoe?’
‘De stem die je riep.’
‘O. Oke.’

HONDERDTWINTIG SECONDEN LATER

‘Weet je zeker dat we dichtbij zijn?’
‘Ja. Hoezo?’
‘Nou, ik zie alleen maar puntige rotsen en zure lucht.’
‘O. Ik was vergeten te zeggen dat het op een klif is.’
‘He, daar is de klif toevallig.’
‘Laten we ernaartoe vliegen.’
Ze vlogen naar de klif. Daar gingen ze landen.

DE KLIF DES DOODS

‘Aha ik zie dat je Ranstar kent.’
‘Ja… wacht eens even. U bent Gahoe.’
‘Die ben ik, ja.’
‘Waarom ben ik hier?’
‘Dat zal ik je vertellen, Kestu.’
‘He, hoe kent u mijn naam?’
‘Elke vogel kent jouw naam.’
‘Maar hoe…’
‘Kijk. heb jij je ouders gekend?’
‘Ja. Natuutrlijk. Ze heten Jerry Gevederd en Kety Gevederd.’
‘Ik vind het heel jammer dat ik je dit moet vertellen maar je echte ouders zijn James Dallingten & Nira Dallingten.’

DE LEGENDE

James was de zuivere valk en Nira de glitterhavik. Ze kregen het gouden ei. En toen kwam jij. Je ouders wisten dat je speciaal was. Ze wisten dat je iets zou betekenen voor de wereld. En op een dag gebeurde er ook iets speciaals. Toen kwam de god Oseidisonds en hij schonk je ouders de amulet des werelds. Je ouders namen het aan. Maar ze wisten dat de amulet niet veilig was in hun klauwen. Dus gaven ze het aan mij. Maar toen liet ik ze de leggende zien op de boom des levens. Er stond dat een vogel de amulet in het bronwater der geschiedenis moest gooien op Klaaringsdag. En dat bronwater bevond zich in de tombe van Anubis. Nadat hij de amulet in het bronwater had gegooid moest hij een slok nemen van het bronwater. Dat zou hem ontsterfelijk maken.
‘En die vogel ben jij.
‘En daarom hadden je ouders je geadopteerd.’
‘Wat?’
‘Dus ik ben degene die dat moet doen?’
‘Ja, en wat is daar op jouw antwoord?’
‘Het is me een eer.’

DE AMULET

‘Maar ik heb geen amulet.’
‘Dan is het tijd dat ik je de amulet schenk.’
‘Hier, dit is de enige echte amulet.’
‘Wat is ie prachtig.’
‘Ja maar laat je niet tegenhouden. Er zijn dieren in dit oerwoud die vol zitten met haat en hebberigheid. Dus wees voorzichtig.’
‘Geef hier die amulet.’
‘O, nee! De Ossenbende.’
‘Kestu, bescherm die amulet met je leven.’
‘Oke.’
‘Julie zijn maar wat vogeltjes. Ranster, pak ze!’
‘Auw!’
‘Stop met het krassen met die scherpe vogelnageltjes.’
‘Oke, op een voorwaarde.’
‘Oke, wat is die voorwaarde dan?’
‘Wegwezen!’
‘Oke, oke, we gaan al.’

ONDERTUSSEN

‘Dus julie hebben de amulet niet kunnen krijgen!’
‘Nee. Sorry, mester.’
‘Weet je wel wat dat betekent?’
‘Nee. Sorry, mester.’
‘Ik heb genoeg van dat genee-sorry-mester. Als Kestu zijn taak volbrengt, dan wordt ik nooit koning van de wereld. En wij zullen nooit het gouden lootje te pakken krijgen.’

180 SECONDEN LATER

‘Het is al laat. Laten we slapen. Weltrusten Gahoe.’
‘Weltrusten, Ranstar.’
‘Weltrusten, Gahoe.’
‘Weltrusten, kestu.’
‘Weltrusten, Ranstar.’
‘Weltrusten, Kestu.’

VROEG IN DE OCHTEND

‘Kom, we gaan.’
‘Oke.’

LAAT IN DE MIDDAG

‘Aaaahh. We zijn er de tombe van Anubis. We hebben ver gereist maar het is ons gelukt. Kom we gaan de tombe in.’
‘Oke. Nu hoeven we nog alleen maar de amlulet in het bronwater te gooien en een slok van het bronwater te nemen. Hoe moeilijk kan dat zijn?’
‘Bedoel je deze amulet?’
‘O nee, Varkus.’
‘Ja, en nu jij het niet hebt, kan ik koning van de wereld worden.’
‘Wie is degene die de amulet heeft gestolen?’
‘O, oppermachtige god Oseidislons … ik bedoel oppermachtige god Oseidisonds. Ik kan het uitleggen. Kijk, ik wil graag koning van de wereld worden. En trouwens, ik heb de amulet al en als u hem van me af wil pakken, kan ik hem kapotmaken, dus u kunt er niks aan doen.’
‘Niet zo snel, Varkus. Wie de amulet breekt, leeft nog maar 6 maanden 6 vervloekte maanden.’
‘Krijg nou wat! Dat is niet helemaal zoals ik het me het had voorgesteld. Hier heb je je stomme amulet terug.’
‘Goed. En om jou te straffen moet je een jaar in een vulkaan gevangen zitten.’

Raadsels

Flynn: Papa, ik ga je een raadsel vertellen. Het is een dier. Het
woont op de boerderij en het ligt in de modder.
Theo: Hmm, even denken. Een varken, misschien?
Flynn: Jaaaa! Goed geraden … Ik heb nog een raadseltje voor je. Het
is een dier. Het woont in de dierentuin en het kan lopen. Wat is dat
voor dier?
Flynn: … Papa, je moet antwoord geven. Moet je maar even nadenken.
Theo: Een dier in de dierentuin en het kan lopen. Een walvis?
Flynn: Nee joh. Het is geen walvis. Nog een keer.
Theo: Oh. Een dolfijn dan?
Flynn: Nee, je hebt het niet goed geraden, hoor. Je moet zebra zeggen.
Theo: Is het een zebra?
Flynn: Jaaa! Goed geraden! … Ik heb nog een raadseltje voor je. Het
zit aan je linkerkant en je kunt het aan- en uitdoen.
Theo: Aan je linkerkant en je kunt het aan- en uitdoen. Een handschoen, denk ik.
Flynn: Nee joh. Een jas, natuurlijk. Nog een raadsel. Het zit aan je
linkerkant en je kunt het aan- en uitdoen.
Theo: Die komt me bekend voor. Een jas?
Flynn: Nee, een broek. Ik heb nog een raadseltje voor je. Het zit aan
je linkerkant, je kunt het aan- en uitdoen, en het zijn schoenen.
Theo: Zijn het misschien schoenen?
Flynn: Goed geraden! Wil je nog een raadsel horen?